emeritus professor dr. Frans Bouckaert

Img

Professor Frans Bouckaert (geboren 4 december Gent 1934- overleden 31 januari 2018). In 1958 studeerde hij als licenciaat in de rechten met grote onderscheiding en als licenciaat in het notariaat met onderscheiding.  Van 1961 tot 1964 was hij assistent internationaal privaatrecht aan de Gentse unversiteit.  De drie daaropvolgende jaren kreeg hij een lesopdracht in Kongo. Van 1967 tot 1970 vervulde hij zijn notariële stage te Brugge, waar hij benoemd werd tot notaris.

De Leuvense academische loopbaan vangt kort aan na zijn benoeming tot notaris. In 1972 werd hij als praktijklector belast met het doceren van het vak opstellen van Vennootschapsakten. Vier jaar later werd hij benoemd tot docent en in 1987 volgde zijn promotie als deeltijds hoogleraar. Vanaf 1990 doceerde hij ook het vak notarieel internationaal privaatrecht.

Hij was sinds 1987 Hoofdredacteur van het Tijdschrift voor notarissen dat onder zijn impuls uitgroeide tot een gewaardeerd en gereputeerd wetenschappelijk tijdschrift in het notarieel recht. Hij was ook voorzitter van de Commissie Studie en Wetgeving van het notariaat (1986-1990).

Collega Koen Geens schreef het volgende in memoriam bij zijn heengaan.

Met Professor en Notaris Frans Bouckaert gaat een man van principes, levenslust en daadkracht heen.

Zijn fikse stap en zijn onverstoorbare welgezindheid, meer nog zijn vastberadenheid en grote werkkracht verraadden een rijk innerlijk leven, een sterke echtgenote en een warme familiale kring. Voor het Instituut van zijn voorbeeld Jan Ronse, waarbij hij in de jaren ‘50 advocatenstage liep, en voor de MaNaMa Notariaat in de faculteit was hij een moeilijk te vervangen peiler. Elk jaar werkte hij handboek en nota’s stipt bij, en de Algemene Modellenverzameling Rechtspraktijk had aan hem een toegewijde en gedegen foerier van vennootschapsakten.

Na zijn emeritaat stelde hij zich, zoals een jongere zou gedaan hebben, voluit en dagelijks ten dienste van de Federatie van Notarissen om op praktische vragen van collega’s te antwoorden, en wetgevend werk voor te bereiden. Hij hield talloze voordrachten op even talloze studiedagen. Zijn enthousiasme werkte aanstekelijk.

Wij gedenken hem als een trouwe vriend, een competent notaris en een vaderlijk hoogleraar.

 

Hommage van Minister van Justitie, Koen Geens

Frans Bouckaert was in het perpetuum mobile van geboorte, leven en dood geen toevallige voorbijganger. Hij wist waar hij vandaan kwam, waarom hij voorbijging, en waar hij naartoe ging. Indien iemand het spoor bijster raakte, zette Frans die persoon vastberaden opnieuw op de rails. De flukse en geruisloze tred verried de onvermoeibare treinreiziger en de behoedzame jager die Frans was. Kaarsrecht liep hij, in de koudere seizoenen met een jagershoedje.

De trein Oostende-Luik verbond de vier zustersteden van Frans. Brugge waar hij woonde en werkte,en proost werd van de Edele Confrèrie van het Heilig Bloed, Gent waar hij was geboren en had gestudeerd, hij was immers zoon van de latere Gentse rector en befaamde arts Jean-Jacques Bouckaert, ten derde Leuven waar hij doceerde aan onze faculteit en ten slotte Brussel waar hij zijn eruditie ter beschikking stelde van zijn confraters-notarissen.

Na schitterende studies aan de Universiteit van Gent liep Frans stage bij Jan Ronse als advocaat in de late jaren ‘50. Frans assisteerde daarna aan de Gentse universiteit professor Spanoghe. Wie zijn schrijvers kent, weet dat deze Gentse hoogleraar het Internationaal Privaat Recht doceerde -samen met het Internationaal Fiscaal recht het leukste rechtsvak voor de menselijke hersenen. Zijn leerling Frans Bouckaert zal meer dan 25 jaar de hoofdauteur blijven van het Overzicht van rechtspraak IPR in het Tijdschrift voor Privaatrecht.

Na een Congolees intermezzo als docent aan de universiteit van Kinshasa, loopt Frans notariële stage bij zijn oom Joseph De Vestele in Brugge. Vrij snel werd Frans Bouckaert daar zelf notaris en hij bouwde zijn kantoor gestaag uit. Frans was een uitstekend en erudiet notaris waarvan de expertise gewild was. Hij kon in het ambt zijn dienstverlenende natuur kwijt, zonder in de contramine te moeten gaan zoals de advocaat, of zonder overdreven zijn waar te moeten aanprijzen. Want Frans stelde bescheidenheid in harmonie boven alles. Voor hem kwam de vrede niet uit de loop van een advocatengeweer maar uit de notariële studie en praktijk van het recht. Daar vond hij de ars aequi et boni.

Hoewel zijn publicaties tot 1972 een wijde waaier van IPR-problemen behandelden, tot de Anglo-Amerikaanse trust toe, werd Frans Bouckaert in dat jaar door Jan Ronse aangesproken om in het Leuvense notariaat de cursus Bijzondere akten van vennootschapsrecht te doceren. Had hij eerder al de handelszaak in zijn verschillende dimensies onder handen genomen, wat zal uitmonden in een monografie over het onderwerp voor de APR, dan focussen zijn publicaties zich vanaf zijn benoeming in Leuven steeds meer op het vennootschapsrecht, al dan niet in samenhang met het IPR. Ook die studie wordt afgerond met een tweedelig handboek Notariaal vennootschapsrecht van meer dan 1000 pagina’s. Vanzelfsprekend wordt in 1990 het notarieel IPR aan de Leuvense leeropdracht van Frans Bockaert toegevoegd.

Maar wie zou denken dat Frans zich tot het vennootschapsrecht of het IPR beperkte, vergist zich schromelijk. Letterlijk elk onderwerp dat de notaris kon aanspreken, kwam onder zijn pen terecht. Zo schreef hij samen met zijn collega’s Casman en Traest een uitvoerige studie over de toen nieuwe wet Huwelijksvermogensrecht in 1976 in het Tijdschrift voor Prvaatrecht. Zijn promotie tot deeltijds hoogleraar was dus niet gestolen. Lang niet alle voltijdse collega’s konden in die tijd zo’n uitvoerige en diverse publicatielijst voorleggen.

Indien men daarnaast in aanmerking neemt dat Frans gedurende 30 jaar het vliegwiel was van het Tijdschrift der Notarissen waarin hij talloze artikelen en annotaties publiceerde, en dat hij een gegeerd auteur was van honderden adviezen als lid en Voorzitter van de Commissie voor Studie en Wetgeving van de Federatie van Notarissen, kan men zich afvragen waar hij de werkkracht vandaan haalde. Het antwoord is eenvoudig. In hoofdorde: cherchez la femme, zonder zijn echtgenote Babette die de familiale zorg voor de zes kinderen grotendeels op zich nam, was zijn intens professioneel leven uiteraard niet mogelijk geweest. In subsidiaire orde: Frans had een stalen gezondheid, roddelde nooit en was altijd vriendelijk, verloor dus geen tijd, werkte gestaag, en trok na het avondmaal nog verschillende uren door, soms tot heel laat, zo nodig versterkt door een glas wijn.

Zijn noeste werkkracht ten spijt, was Frans een man van evenwicht, zowel familiaal als professioneel. Op zijn 60e verjaardag droeg hij zijn notariaat over aan zijn schoonzoon François Blontrock, en op 65 vierde hij zijn emeritaat, met als aandenken een prachtig Liber Amicorum ‘Facetten van Ondernemingsrecht’. Maar geen einde zonder nieuw begin, en geen nieuw begin zonder continuïteit. Dus bleef Frans publiceren, maar stelde hij zijn kennis voortaan helemaal ten dienste van zijn confraters als directeur van de Consultatiecentrum van dè Koninklijke Federatie. De treinreis Brugge-Brussel-Brugge bleef dus een ritueel, afgewisseld met talloze vergaderingen en adviezen aan zijn confraters.

Ik leerde Frans kennen toen hij al vijftig was, en ik nog geen 30, in 1985. Hij was toen één van de oudste discipelen van Jan Ronse, ik bij de jongste. Als gisteren herinner ik mij het debat over het in 1987 nieuwe artikel 1401, 5° over het huwelijksvermogensrechtelijk statuut van aandelen op naam in de BVBA. Frans dreigde met zijn gedurfde interpretatie even terecht te komen tussen het aambeeld van Jan Ronse, en de hamer van Jan Van Bael, maar aangemoedigd door Luc Weyts en Hilde Laga vocht hij zich er een weg door. Ik heb bij herhaling aan die scènes van onze studiedagen over de éénpersoons-BVBA moeten terugdenken, zeker aan de nabesprekingen in de Parma, nu we deze vermaledijde bepaling dertig jaar later hebben rechtgetrokken in de nieuwe wet van 22 juli 2018 inzake huwelijksvermogensrecht.

Tijdens onze vennootschapsweekend, was Frans de scherprechter voor de talrijke moppen die Jan Ronse met groot talent vertelde als we bij een glas vergaderd waren. Frans lachte luid en graag, maar bij minder katholieke moppen, dat gebeurde bijna nooit, bedwong Frans zich. Wij werden dan geacht hetzelfde te doen. Toen Jan Ronse twee jaar na zijn emeritaat overleed, was Frans bijzonder ondersteunend en vaderlijk voor de piepjonge docent die ik was. Het tekent Frans’ bescheidenheid dat hij mij niettemin als gelijke behandelde, en dat, toen ik het roer overnam als directeur van het Jan Ronse Instituut, hij dat doodnormaal vond. Eén van de mooiste gebaren die ik mij herinner was dat hij met zijn echtgenote uit het verre Brugge was gekomen om mijn openingsles voor de Francqui-leerstoel aan de ULB bij te wonen. Hij was toen al een heel poosje met emeritaat. Bij elke studiedag of verjaardag van het Instituut bleef hij trouw aanwezig.

Aan het einde van dit korte In memoriam heb ik goed nieuws. Het staat vast dat Frans verrezen is. Bij andere goedmenende mensen duurt dat wat langer. Gelet op zijn natuurlijke eenvoud en goedheid en mede omdat hij nogal wat bescheidenheid heeft moeten opbrengen om te mogen sterven, geniet Frans echter van een gunstregime. Ik heb hem het voorbije jaar op mijn moeizame tocht naar Emmaüs al twee keer ontmoet. Zoals het verhaal het wil, had ik hem aanvankelijk niet herkend. Tot eerst zijn zoon-advocaat bij de ondertekening van de akte voor de bouw van een nieuwe gevangenis, en later zijn kleinzoon-student op de stoep voor de Hallen in Leuven na een Te Deum, mij hun en zijn identiteit onthulden. Al sprekend leken zij op hun vader en grootvader als twee druppels water. Frans leeft dus verder in zijn familie. Zes kinderen, zestien kleinkinderen, waarvan drie met notariële studies en bestemming, en één achterkleinkind, Omaar. Wij beloven aan zijn lieve vrouw Babette en zijn hele gezin om zijn nagedachtenis, meer nog om zijn voorbeeld ook bij ons levend te houden. We zullen er wel bij varen.

Oratie(s)

keyboard_arrow_up